bruinwerken
1)(1940+) (oorspr. sold., thans inf.) overdreven zijn best doen voor een meerdere; vleien; slijmen. Syn.: een bruine arm halen. • Bruinwerken, een goede beurt maken tegenover zijn meerderen, kon hij tóch niet. (A. C. de Gooyer: Op wacht in de dessa. 1949) • Tevens diende de soldaat op bevel van onze Ijverig bruinwerkende legerhee...