Wat is de betekenis van bruidssuiker?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bruidssuiker

v. (-s), meest in ’t mv.: suikergoed dat de bruid schenkt of aan vrienden en kennissen toezendt; ook voor klein suikergoed in ’t algemeen.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bruidssuiker

bruidssuiker - Zelfstandignaamwoord 1. suikergoed (dat de bruid of het bruidspaar uitdeelt) Woordherkomst samenstelling van bruid en suiker met het invoegsel -s-

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bruidssuiker

v. bruidssuikers (suikergoed bij een bruiloft door of vanwege het bruidspaar gestrooid; thans: suikergoed, inz. dat men aan vrienden enz. rondzendt).

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bruidssuiker

v. (-s) klein suikergoed door de bruid bij de bruiloft geschonken.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bruidssuiker

m. (-s), meestal in het mv., suikergoed dat de bruid aan vrienden en gasten uitdeelt.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bruidssuiker

BRUIDSSUIKER, v. (-s), eene soort van suikergoed dat de bruid schenkt of aan vrienden en kennissen toezendt; ook voor klein suikergoed in ’t algemeen; ...TIJD, m. tijd dat men bruid (en bruidegom) is; ...TOOI, m.; ...TRANEN, m. mv. (fig.) drank, gedurende de bruidsdagen aan de bruiloftsgasten gegeven, (bestaande in hypoeras, wijn enz.); &md...

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)