Bruggenhoofd
o. (-en), 1. in het water uitgebouwd metselwerk (of wal) waarop de brug rust; 2. (krijgsw.) verschansing, stelling ter verdediging of dekking ener brug; (bij uitbr.) vooruitgeschoven stelling die een belangrijke verbinding waarborgt en van waaruit verder strekkende ondernemingen op touw gezet kunnen worden.