Wat is de betekenis van broodwinkel?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Broodwinkel

m. (-s).

2025-07-29
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

broodwinkel

(de, -s), winkel waar brood verkocht wordt, bakkerswinkel. Later op de dag worden er broodwinkels leeggeroofd. Dan wordt er wel geschoten (de Rooy 1979: 16).— Etym.: In AN veroud. Zie ook: vleeswinkel.

Gerelateerde zoekopdrachten