Wat is de betekenis van Broodkast?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Broodkast

v. (-en), o.a. in de zegsw. de broodkast hangt er hoog, het gaat er schraaltjes toe; de muizen liggen er dood in de broodkast, men heeft daar broodsgebrek.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

broodkast

(1924) (< Eng. broadcast) (de) Engelse zender (vooral tijdens de oorlog). • Schrik niet, lezers (misschien ook wel lezeressen) van de radiorubriek, van dezen ailerzonderlingsten titel. We willen geenzins een practischen of huishoudelijken wenk geven voor moeder de huisvrouw ten opzichte van de broodkast, doch geachte lezers (wel...

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Broodkast

s., breaspyn, -spine.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Broodkast

v./m. (-en), o.a. in de zegsw. de hangt er hoog, het gaat er schraaltjes toe; de muizen liggen er dood in de -, men heeft daar broodsgebrek.