bromt
bromt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brommen ♢ Jij bromt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brommen ♢ Hij bromt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van brommen ♢ bromt!
Wiktionary (2019)
bromt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brommen ♢ Jij bromt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brommen ♢ Hij bromt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van brommen ♢ bromt!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: