Bromkloot
m. (...kloten), (gew.) bromtol, (Zuidn. ook) grolpot.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (scheldw.) mopperaar; chagrijnig persoon. In Deventer betekent het echter: bromtol. • Bromkloot, m. top; Brompot, m. en v. grunter, grumbler. (K. ten Bruggencate: Engelsch Woordenboek. 1896) • Bromkloot (Bromklouwt): Iemand die vaak moppert. BMW 44. (Casper van de Ven: De Brabantse spot- en scheldnamen. 2013)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. J. Bergsma (1906)
(N.-Dr., Z.W.), hoeltop (Annen, Eelde), bromtop (Ann.kan.) bromtol, Vledder, Beilen battering.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: