Wat is de betekenis van broeier?

1) (1912) (Barg.) nare vent; achterbaks, onbetrouwbaar figuur; onruststoker. Volgens Endt (1974) van ‘broei’: warmte-ontwikkeling in nauwbesloten ruimte. • Ze had die listige broeiers in de gaten. (Is. Querido: De Jordaan. 1912) • En z'n eigen wijf verwaarloost ie, die broeier. (Louis Davids: Scheidingsfeest. 1927) • Hi...

(etym.?), 1. achterbaks, onbetrouwbaar individu: ENDT; 2. zwerver: Ik wil nie leere ... ikke steek se me nijf in de auge ... as se me dwinge ... Je bint ’n broeier en je blijft ’n broeier ... zei Manus een beetje ontroerd door Bromtol’s wanhoopssmart, QUERIDO 3, 124.

(Bargoens) zwerver, dakloze, maar ook voor een achterbaks figuur; onruststoker; onbetrouwbaar persoon. Volgens Endt (1974) van ‘broei’: warmteontwikkeling in nauwbesloten ruimte. Ze had die listige broeiers in de gaten. (Israël Querido, De Jordaan, 1912) En z’n eigen wijf verwaarloost ie, die broeier. (Louis Davids, Scheidin...

(Barg.) zwerver, dakloze

werver; dakloze.

broeier - m., (argot) zwerver,daklooze.

...