Wat is de betekenis van Briza?

2025-07-28
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Briza

Briza L. [C. Linnaeus], - oude Gr. naam eener in Thracië groeiende graansoort. De naam wordt wel in verband gebracht met Gr. brizein, slaperig zijn, en zou zinspelen op de knikkende aren van dat graan. Linnaeus (zie Linnaea) heeft hem overgedragen op het hem thans voerende gesl., dat knikkende of hangende (knikkebollende) aartj...

2025-07-28
Plantenterminologie

Jac. de Bruijn (1973)

Briza

oude Gr. pltn. die mogelijk betekent: slaperig zijn; zinspeelt op de hangende aartjes

2025-07-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Briza

Plantengesl. der Gramineae met 12 soorten. Het zijn pluimgrassen met veelbloemige, eivormige aartjes, waarvan de kroon- en kelkkafjes ongenaald zijn. Bekend is Briza media L., trilgras of bevertjes, de enige inheemse soort, die men plaatselijk algemeen op arme gronden kan aantreffen.Als siergras treft men in winterboeketten soms aan B. maxima L. me...

2025-07-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Briza

Briza - of trilgras, een grassoort met zeer beweeglijke bloemgroep.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Briza

plantengeslacht, behorend tot de familie van de Gramineae, dat een twaalftal soorten omvat en op het noordelijk halfrond (gematigd) en in ZuidAmerika inheems is. Bloeiwijze: open pluimen van brede, korte veelbloemige aartjes aan zeer dunne steeltjes. In Nederland en België komt trilgras (Briza media) voor; groot trilgras (B. maxima) uit ZuidEu...

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Briza

Briza - Plantengeslacht der Grassen met een 12tal soorten. Het zijn sierlijke grassen met kleine bijna bolronde bloempakjes. B. media komt in Nederland in het wild voor (Bevertjes); andere soorten (B. maxima, B. minor en B. erecta) worden in Makart-bouquetten gebruikt. Zie de plaat Gramineeën II, fig. 2.

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Briza

L. PI antengeslacht van de familie der Gramineeën, met een 10-tal seorten, inheemsch in de gematigde zone beider halfronden; in Nederland komt van dit geslacht voor B. media, het trilgras, ook bevertjes geheeten (stengel meest rechtopstaand, glad, bladen smal, ruw, pluim rechtopstaand, open; aartjes knikkend); een kruidachtige, overblijvende p...

2025-07-28
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Briza

Zie Trilgras.