Wat is de betekenis van brijpot?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

brijpot

(19e eeuw) (spot.) dikke, lompe kerel. • (G.J. Boekenoogen: De Zaansche volkstaal. 1897)

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

brijpot

brijpot - Zelfstandignaamwoord 1. de pot waar de brij in wordt gedaan (en die hopelijk niet te heet wordt opgediend) Bij ons in de Jordaan<br>Waar de bloemen voor de ramen staan<br>En de Amsterdamse humor nooit verloren gaat<br>Zolang de lepel in de brijpot staat<br>w:Johnny J...

2025-07-27
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Brijpot

Nagenoeg dichtgegroeid water in moerassig gebied ZW. van Akkrum; als meertje (pet) door turfgraven in de 17e eeuw ontstaan. Zie: Waternamen 419.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Brijpot

m. (-ten), pot om brij in te koken; pot met brij: zolang de lepel in de staat; (spr.) bij moeders blijven zitten, hokken, nooit van huis gaan, niet zelfstandig worden.