Wat is de betekenis van Brider?

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Brider

(op)tomen, teugelen; bevestigen, vastbinden, aanhalen; knellen [v. kledingstuk]; beteugelen, breidelen, intomen; sjorren; brider son cheval (l'âne) par la queue, ’t paard achter do wagen spannen; yeux bridés, spleetogen.

Gerelateerde zoekopdrachten