BREDERODE, LANCELOT
bij WAGENAAR, in zijne Vad. Historie, X. Deel, p. 391. genoemd. Van hem wordt gezegd, dat hij, in 1619, van zijne Raadsheersplaats in den Hove van Holland verlaaten werd, als merklijk verschillende van zijne Mederaaden, in het uitvoeren der Plakaaten tegen de Remonstranten. Zie de eersteTafei der bastaarden, onder aan, col. 2.