Wat is de betekenis van Braziel?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Braziel

o., 1. ben. voor zekere donkerrode of bruingele, zeer harde houtsoorten uit Z.-Amerika, voorheen vnl. ter bereiding van verfstoffen aangewend; 2. Braziliaanse tabak ; 3. (veroud.) zekere fijne soort van laken, zogenaamd driekwartlaken.

2025-07-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Braziel

[Brazil is oorspr. Sp., Port. en Fr. naam voor een bep. Engels-lndische boomsoort, daarna overgegaan op daarop lijkende Zuid-am. soorten, waaraan het land Brazilië ten slotte zijn naam ontleent] 1 bep. Braziliaanse houtsoort (vroeger voornamelijk ter bereiding van verfstoffen); 2 Braziliaanse tabak.

2025-07-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Braziel

Braziliaanse tabak; Braziliaans hardhout

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

braziel

o. (letterl. vuurhont; zekere houtsoorten, voorkomende o. a. in Brazilië [vanwaar deze naam], die zich door een kleiner of groter gehalte verfstoffen onderscheiden, o. a. gebruikt bij het bereiden van rode lakverven).

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Braziel

o., 1. ben. voor bepaalde donkerrode of bruingele, zeer harde houtsoorten uit Zuid-Amerika, die vroeger vooral voor de bereiding van verfstoffen werden aangewend; 2. Braziliaanse tabak.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Braziel

BRAZIEL, o. zekere donkerroode of bruingele, zeer harde houtsoort als roode verfstof aangewend; — zekere soort van Braziliaansche tabak; — zekere fijne soort van laken, zoogenaamd driekwartlaken; gekeperd Braziel, eene soort van dubbel-cachemir.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)