Wat is de betekenis van Branke?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Branke

v. (-n), 1. (Zuidn.) dikke boomtak ; kopboom; 2. (fig.) oud, taai vrouwtje.

2025-07-24
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

branke

(Dikke) (boom)tak. Hiawadha... hoorde ’t zuchten van de branken, die daar wiegewagend waaiden in ’t voorbijgaan van den nachtwind, GEZELLE 1, 712 (1886). Nu moest de boom al zijn branken en zijtakken afgehakt worden, tot aan de top niet meer dan een trosje twijgen bewaard bleef, DEMEDTS 1976, 104.

2025-07-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Branke

poot, klauw (v. roofdier).

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

branke

v. branken (Fr. branche: tak; Z.-N. geknotte boom).

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Branke

BRANKE, v. (-n), (Zuidn.) dikke boomtak; kopboom; — (lig.) oud, taai vrouwtje.

Gerelateerde zoekopdrachten