Wat is de betekenis van Bramzeilsgast?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bramzeilsgast

m. (-en), jonge schepeling, belast met het los- en vastmaken der bramzeilen.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bramzeilsgast

m. (-en), jonge schepeling, belast met het los- en vastmaken van de bramzeilen.

Gerelateerde zoekopdrachten