Wat is de betekenis van Bramsteng?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bramsteng

v. (-en), rondhout, langs de bovenvoorkant der marssteng gehesen om deze te verlengen.

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bramsteng

bovendeel van de grote mast.

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bramsteng

('bram) v. (–en) steng van een →: mast tussen de bramra en de bovenbramra.

2025-07-23
Algemeen Technisch woordenboek

H.J. van Eyk (1916)

Bramsteng

Bovendeel van de grooten mast van een zeilschip, van de fokkemast.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bramsteng

v./m. (-en), rondhout, langs de bovenvoorkant van de marssteng gehesen om deze te verlengen.

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

bramsteng

bramsteng - v., bovendeel van den grooten mast.

2025-07-23
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Bramsteng

z.n.v. - De mast van het Bramzeil, en alzoo verlenging van de steng.

2025-07-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)