Brachycefaal
Antropologische aanduiding voor een brede schedel.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. brachus = kort, en kephalè = hoofd] kortschedelig (breedte minstens vier vijfde van lengte).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Gr. voor korthoofdig of rondhoofdig; tegenovergestelde is longicefaal. zie onder schedelmeting.
Jozef Verschueren (1930)
(brachise'fa:l) [Gr. brachus, kort + kephalè, hoofd] 1. m. (...falen) kortschedelige mens, bij wie de grootste breedteafmeting van de schedel, bijna even groot is als de grootste lengte, en op zijn minst 80% daarvan bedraagt. 2. bn. (...fale) kortschedelig. Syn. breedschedelig. Tgst. dolichocefaal.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: