Brabander
m. (-s), 1. iem. uit Brabant; 2. (gew.) brabandertje, ben. voor de gewone boomklever.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. iem. uit Brabant; 2. (gew.) brabandertje, ben. voor de gewone boomklever.
Wiktionary (2019)
Brabander - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) inwoner van de provincie Noord-Brabant (Nederland), Vlaams-Brabant (België) of Waals-Brabant (België) Woordherkomst Afgeleid van Brabant met het achtervoegsel -er
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. Brabanders (iem., geboortig uit N.- of Z.-Brabant): de Spaanse Brabander, a) hoofdpersoon uit Brederode’s blijspel van die naam, b) snoever, geurmaker.
J.H. van Dale (1898)
BRABANDER, m. (-s), iem. uit Brabant; eene Brabantsche cent; — (gew.) brabandertje, volksnaam voor den gewonen boomklever.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: