braam1, (oneffen)
braam1, (oneffen) - v./m. (bramen), ruige, oneffen rand, zelfkant, baard, zoals aan gesneden papier, aan met beitel of zaag bewerkt hout, aan geslepen metaal (op een mes of schaar), aan gegoten metaal: de — afnemen, het omliggende kantje, als gevolg van het slijpen, wegnemen (zie afbramen); de — (van geslepen schaatsen) afrijden; het ru...