Wat is de betekenis van braak 1?

2025-07-26
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

braak 1

braak 1 zn. 'het openbreken' categorie: waarschijnlijk erfwoord Mnl. braek 'verbreking' [1254; CG I, 56], brake bijv. in de samenstelling vredebrake 'vredebreuk' [15e eeuw; MNW], brake 'stuk, brok' [1300-50; MNHWS], brake 'werktuig om iets te breken, meestal vlas'; nnl. braak 'het...