braadde uit
braadde uit - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van uitbraden ♢Ik braadde uit ♢Jij braadde uit ♢Hij, zij, het braadde uit Woordherkomst uit braadde (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Wiktionary (2019)
braadde uit - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van uitbraden ♢Ik braadde uit ♢Jij braadde uit ♢Hij, zij, het braadde uit Woordherkomst uit braadde (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: