Bouwval
m. (-len), overblijfselen van een ingestort gebouw, bij uitbr.: vervallen gebouw, ruïne (eig. en fig.): de bouwvallen van Thebe; de bouwvallen van Brederode ; — de eens zo krachtige man is niets meer dan een bouwval.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-len), overblijfselen van een ingestort gebouw, bij uitbr.: vervallen gebouw, ruïne (eig. en fig.): de bouwvallen van Thebe; de bouwvallen van Brederode ; — de eens zo krachtige man is niets meer dan een bouwval.
Wiktionary (2019)
bouwval - Zelfstandignaamwoord 1. overblijfsel van een gebouw. Woordherkomst samenstelling van bouw en val Verwante begrippen puinhoop, ravage, ruïne
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Muiswerk Educatief (2017)
bouwval - zelfstandig naamwoord uitspraak: bouw-val 1. overblijfselen van een ingestort gebouw ♢ op de plaats van ons oude huis troffen we een bouwval aan 2. vervallen, slecht onderhouden gebouw of woning ...
Jozef Verschueren (1930)
('bouw) m. (-len) I. Eig. overblijfsel van een vervallen gebouw, stad enz. : de -len van een kasteel. van Thebe. II. Metf. 1. versleten mens : een naar het lichaam. Syn. ruïne. 2. vervallen grootheid : de -len van een fortuin.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-len), overblijfselen van een ingestort gebouw, bij uitbreiding: vervallen gebouw, ruïne (eig. en fig.): de bouwvallen van Thebe; de bouwvallen van Brederode; de eens zo krachtige man is niets meer dan een bouwval.
J.H. van Dale (1898)
BOUWVAL, m. (-len), overblijfsel van een ingezakt, vervallen gebouw, ruïne (eig. en fig.): de bouwvallen van Thebe; de bouwvallen van Brederode; — de eens zoo krachtige man is niets meer dan een bouwval.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: