bouwt af
bouwt af - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbouwen ♢ Jij bouwt af 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbouwen ♢ Hij bouwt af 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van afbouwen ♢ bouwt af...
Wiktionary (2019)
bouwt af - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbouwen ♢ Jij bouwt af 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbouwen ♢ Hij bouwt af 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van afbouwen ♢ bouwt af...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: