Bouwstuk
o. (-ken), I. (ongewoon) gebouw; 2. (vrijmets.) voordracht door de redenaar ener loge; voordracht of geschrift, geschikt om tot het doel der orde bij te dragen;
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-ken), I. (ongewoon) gebouw; 2. (vrijmets.) voordracht door de redenaar ener loge; voordracht of geschrift, geschikt om tot het doel der orde bij te dragen;
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-ken), 1. (ongewoon) gebouw; 2. (vrijmetselarij) voordracht door een redenaar van een loge; voordracht of geschrift, geschikt om tot het doel van de orde bij te dragen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Bouwstuk - In de vrijmetselarij noemt men een in de bijeenkomsten uitgesproken rede, een gehouden voordracht of een geschrift, geschikt om tot het doel der orde bij te dragen, een b.
J.H. van Dale (1898)
BOUWSTUK, o. (-ken), (ongewoon) een gebouw; — (vrijmets.) voordracht door den redenaar eener loge; voordracht of geschrift, geschikt om tot het doel der orde bij te dragen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: