Wat is de betekenis van Bouwstuk?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bouwstuk

o. (-ken), I. (ongewoon) gebouw; 2. (vrijmets.) voordracht door de redenaar ener loge; voordracht of geschrift, geschikt om tot het doel der orde bij te dragen;

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bouwstuk

o. (-ken), 1. (ongewoon) gebouw; 2. (vrijmetselarij) voordracht door een redenaar van een loge; voordracht of geschrift, geschikt om tot het doel van de orde bij te dragen.

2025-07-28
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bouwstuk

Bouwstuk - In de vrijmetselarij noemt men een in de bijeenkomsten uitgesproken rede, een gehouden voordracht of een geschrift, geschikt om tot het doel der orde bij te dragen, een b.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bouwstuk

BOUWSTUK, o. (-ken), (ongewoon) een gebouw; — (vrijmets.) voordracht door den redenaar eener loge; voordracht of geschrift, geschikt om tot het doel der orde bij te dragen.

Gerelateerde zoekopdrachten