Wat is de betekenis van bouwmeester?

m. (-s), 1. iem. die gebouwen ontwerpt en onder zijn leiding doet uitvoeren, architect (meest in hist. verband): de bouwmeesters van de tempel; — scheepsbouwmeester; 2. (gew.) witte kwikstaart.

Het begrip bouwmeester heeft 2 verschillende betekenissen: 1) architect. iemand die voor zijn beroep gebouwen ontwerpt en de uitvoering van het bouwen begeleidt; architect. Het woord wordt vaak gebruikt als benaming voor de architect in dienst van een overheid. Het wordt ook vaak gebruikt in historisch verband. 2) (figuurlijk) mak...

bouwmeester - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep), (kunst), (wetenschap), (techniek), architect, ontwerper van gebouwen, die dit ontwerp visualiseert en de verwerkelijking van dit concept technisch en administratief begeleidt. Woordherkomst samenstelling van bouw en meester Synoniemen architect Verwante begrippen...

bouwmeester - zelfstandig naamwoord uitspraak: bouw-mees-ter 1. iemand die huizen, gebouwen of steden bedenkt en tekent ♢ Amsterdam heeft een eigen bouwmeester in dienst Zelfstandig naamwoord: bouw-mees-ter de bouwme...

Magistraatslid, speciaal belast met zorg over verdedigingswerken en straten, en de desbetreffende geschillen. Te Groningen 1436 ingevoerd. In Sneek kwamen 1553 twee bouwmeesters (van wie één brugmeester heette) i.p.v. vier raadsleden. Te Lwd. bestond het ambt 1589-1795. In de overige steden niet.

s., boumaster.

m. bouwmeesters (bouwkundige).

Bouwmeester - zie Architect.

Bouwmeester - Een Nederl. benaming voor architect*.