Wat is de betekenis van bouwden af?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bouwden af

bouwden af - Werkwoord 1. meervoud verleden tijd van afbouwen ♢Wij bouwden af ♢Jullie bouwden af ♢Zij bouwden af Woordherkomst uit bouwden (werkwoord) en af(bijwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan