Wat is de betekenis van botsbollig?

2025-07-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

botsbollig

Onbesuisd, bruusk; plotseling. Ida werd bang. Ze had botsbollig haar kostbaar geheim laten ontglippen, BIJDEKERKE 1948, 132. Er (kwam) nog bij dat Mira... botsbollig haren cavalier liet staan, om met een gendarm te dansen, STREUVELS 1964, 52.

Gerelateerde zoekopdrachten