Boterboer
m. (-en), 1. boer die boter maakt; 2. boer die aan vaste klanten boter levert, bij uitbr. boterleverander.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. boer die boter maakt; 2. boer die aan vaste klanten boter levert, bij uitbr. boterleverander.
M. J. Koenen's (1937)
m. boterboeren (boer, die voornamelijk boter maakt en verkoopt; boer, die boter aan bepaalde klanten levert).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
m. (-en) 1. boer die boter maakt. 2. boer die aan bepaalde klanten boter levert.
J.H. van Dale (1898)
BOTERBOER, m. (-en), een boer die boter maakt; — bepaalde boer die aan een huisgezin de boter levert; — boterverkooper; ...BOERIN, v. (-nen); ...BOOM, m. (-en), hooge boom in OostIndië, (bassia butyracea), uit welks zaden men een olieachtig vet, de galamboter verkrijgt; ...BOOR, v. (...boren), boor om de boter in het vat te onder...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: