Bot (vissoort)
m. (-ten), vissoort ; (als stofn.) gebakken of gekookte bot; hij heeft bot gegeten, hij is dom; de bot vergallen, bij het schoonmaken van de bot de galblaas breken, waardoor de vis een onaangename smaak krijgt; (fig.) de zaak bederven, maken dat de aardigheid eraf is; een botje zonder gal, een onnozel, goedaardig mens. De bot (Platichthys flesus) b...