Borstbuis
v. (...buizen), (ontl.) gemeenschappelijke stam der chijl- en lymphvaten.
G. Th. van Kempen (1974)
De lymfcapillairen, die vanuit de met weefselvocht gevulde weefselspleten met lymfe worden gevuld, verenigen zich tot fijne lymfvaten en deze tot steeds grotere vaten, totdat tenslotte links de grote borstbuis wordt gevormd, die uitmondt in de linker ondersleutelbeenader.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
ductus thoracicus, het grootste lymfevat, dat in de linkerhelft van de borstholte de lymfe (zie aldaar) uitstort in één der grote aders.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-buizen), in het menselijk lichaam belangrijk lymfvat, dat uit een groot deel van het lichaam de lymf verzamelt. De borstbuis (ductus thoracicus) verloopt vanaf de bovenste lendewervels, vóór de wervelkolom en achter de aorta langs, omhoog naar de hals, waar hij in de linker ondersleutelbeenader (vena subclavia) uitmondt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: