Borrel
m. (-s), 1. glas sterke drank: een borrel nemen, pakken, drinken; — een stevige borrel drinken, stevig aan de borrel doen, vaak en veel sterke drank gebruiken; — hij is aan de borrel, hij drinkt te veel sterke drank; — een borrel te veel hebben, beschonken zijn; — het scheelt wel een slo...