borgt
borgt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borgen ♢ Jij borgt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borgen ♢ Hij borgt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van borgen ♢ borgt!
Wiktionary (2019)
borgt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borgen ♢ Jij borgt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van borgen ♢ Hij borgt 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van borgen ♢ borgt!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: