Wat is de betekenis van Bordeelbrok?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bordeelbrok

(16e eeuw, vero.) (scheldw.) hoerenloper. • bordeel-brok, een hoer, een gemeyne hoer-huys hoer, die in een openbaar hoer-huys woont. (Adriaan Koerbagh: Een bloemhof van allerley lieflijkheyd sonder verdriet. 1668) • Derft gy dus spreeken, gy bordeelbrok als gy zijt ... (Thomas Asselyn: De moort tot Luyck door den graaf van Warfusi aan de...

2025-07-26
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Bordeelbrok

Bordeelbrok - oude benaming voor een frequent bezoeker van bordelen. Bredero duidde een van zijn karakters aan als een pockig bordeelbroek. Boren copuleren. Reeds in de 17de eeuw gebruikelijk. Ook in het Du. bohren.

Gerelateerde zoekopdrachten