Wat is de betekenis van boosten?

2025-07-23
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

boosten

(werkwoord) [alg.] stimuleren, aanjagen, versterken, opporren, opfrissen, opzwiepen - Voor sommige vaccinaties geldt dat een tweede na tien jaar het afweersysteem flink opport.

2025-07-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

boosten

(1991) (< Eng. to boost + en) (inf.) oppeppen; opkrikken. • Deze vaccins zijn niet bedoeld om de hele bevolking tegen besmetting in te enten, maar om bij seropositieven het afweersysteem zo op te peppen (te boosten) dat het virus wordt onderdrukt. (NRC Handelsblad, 12/06/1991) • Microsoft trachtte vorig jaar zijn competitieve slagkrac...

2025-07-23
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

BOOSTEN

Alphonse Jean Nicolas (1893-1951), Ned. architect, bouwde scholen, woningen en vooral R.K. kerken, o.a. de St. Gerarduskerk te Heksenberg-Heerlen, en werkte daarbij nauw samen met beeldende kunstenaars als Jonas, Eyck en Vos.

2025-07-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)