Wat is de betekenis van boompje?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boompje

v. (-s).

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boompje

boompje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boom Woordherkomst Afgeleid van boom met het achtervoegsel -pje

2025-07-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Boompje

Boompje, (-s), (B. -N), o. (-s).