Wat is de betekenis van boomgroep?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boomgroep

v. (-en), partij bomen, vanzelf bij elkander gegroeid of aangelegd in een park.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boomgroep

boomgroep - Zelfstandignaamwoord 1. een groep bomen in een verder relatief opener landschap Bij de boomgroep verderop moet je rechtsaf. Woordherkomst samenstelling van boom en groep Synoniemen bomengroep

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boomgroep

m. (-en), partij bomen, vanzelf bij elkaar gegroeid of aangelegd.