Wat is de betekenis van Boogmaker?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boogmaker

v. (-s), iemand wiens beroep het is bogen te maken.

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Boogmaker

BOOGMAKER, m. (-s), iemand wiens beroep het is bogen te maken; ...PEES, v. (...pezen), pees van een boog, meestal een of meer ineengedraaide schapedarmen; ...PIJL, m. (-en), eene soort van vuurpijl, uit roeren afgeschoten.

Gerelateerde zoekopdrachten