Wat is de betekenis van Bontwerker?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bontwerker

v. (-s), iem. die bontwerk, pelswerk bereidt.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bontwerker

bontwerker - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die bont bewerkt of verwerkt. Ook vaak fourreur genaamd in vakterm. Woordherkomst samenstelling van bont en werker Verwante begrippen bontwerkster

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

bontwerker

bontwerker - Personen die bont of bontproducten kopen en verkopen. Ook mensen die kledingstukken van bont maken, repareren, veranderen of schoonmaken.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bontwerker

m. bontwerkers (iem., die bontwerk bereidt).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bontwerker

m. (-s) hij die pelswerk bereidt.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bontwerker

m. (-s), iemand die bontwerk, pelswerk bereidt.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bontwerker

BONTWERKER, m. (-s), iem. die bontwerk, pelswerk bereidt; inz. de baas. BONTWERKSTER, v. (-s).

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)