Wat is de betekenis van Boniment?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boniment

o., g. mv., toespraak tot het publiek waarmee een marktkoopman zijn waren of een kermisgast zijn spul aanprijst.

2025-07-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Boniment

[Fr.] toespraak tot publiek van marktkoopman of kermisgast [i](bonisseur). [/i]

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Boniment

wervende toespraak om publiek te trekken

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Boniment

toespraak van marktkoopman, die zijn waren aanprijst.

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Boniment

toespraak [v. kwakzalver]; faire son boniment, zijn waar aanprijzen, uitpakken; flauwe kul (smoesjes) verkopen.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boniment

(boni'ment) o. (-en) [Fr. < bon, goed] opgeschroefde toespraak tot het publiek om waren, een vertoning enz. aan te prijzen: het van een marktkoopman, een kermisgast.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boniment

o. (g. mv.), toespraak tot het publiek waarmee een marktkoopman zijn waren of een kermisgast zijn spul aanprijst.

2025-07-28
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Boniment

Schreeuwerige aankondiging om publiek of koopers te lokken, ophef.

Gerelateerde zoekopdrachten