Boniment
o., g. mv., toespraak tot het publiek waarmee een marktkoopman zijn waren of een kermisgast zijn spul aanprijst.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., g. mv., toespraak tot het publiek waarmee een marktkoopman zijn waren of een kermisgast zijn spul aanprijst.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr.] toespraak tot publiek van marktkoopman of kermisgast [i](bonisseur). [/i]
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
toespraak [v. kwakzalver]; faire son boniment, zijn waar aanprijzen, uitpakken; flauwe kul (smoesjes) verkopen.
Jozef Verschueren (1930)
(boni'ment) o. (-en) [Fr. < bon, goed] opgeschroefde toespraak tot het publiek om waren, een vertoning enz. aan te prijzen: het van een marktkoopman, een kermisgast.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (g. mv.), toespraak tot het publiek waarmee een marktkoopman zijn waren of een kermisgast zijn spul aanprijst.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: