Wat is de betekenis van Bomschijf?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bomschijf

v. (...schijven), bom van een vat.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bomschijf

v. (... schijven) spon.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bomschijf

v./m. (-schijven), bom van een vat.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bomschijf

BOMSCHIJF, v. (...schijven), bom van een vat; ...SCHIP, o. (...schepen); ...SCHUIT, v. (-en); ...STOK, m. (-ken), elzen stok, geschikt om er bommen uit te maken.

Gerelateerde zoekopdrachten