Wat is de betekenis van Bolognezer?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bolognezer

I. zn. m., bewoner van Bologna. II. bn., uit Bologna; — Bolognezer fles, kleine peervormige fles die plotseling afgekoeld is na het blazen; daardoor is zij uitwendig zeer hard, maar laat men er een steentje in vallen, dan, springt zij aan duizenden stukjes; — Bolognezer hond, Bolognezer, kleine, ruigharige hond.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Bolognezer

Bolognezer - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Bologna, of iemand afkomstig uit Bologna Bolognezer - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) op Bologna betrekking hebbend Synoniemen Bolognees

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Bolognezer

bn. (uit of van Bologna, een stad in Italië): Bolognezer of Bolognese hondjes, kleine, ruigharige hondjes; Bolognezer flessen, peervormige glazen flessen, (gn = nj).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Bolognezer

(bolo'nje:zər) bn. → Bolognees.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bolognezer

I. zn. m., bewoner van Bologna; II. bn., uit Bologna; – fles, kleine peervormige fles die plotseling afgekoeld is na het blazen; daardoor is zij uitwendig zeer hard, maar laat men er een steentje in vallen, dan springt zij aan duizenden stukjes; – hond, kleine, ruigharige hond.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)