Wat is de betekenis van bollenwinkel?

2025-07-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bollenwinkel

1) (1969) (Vlaanderen, inf. en pej.) winkel waar van alles verkocht wordt. Eigenlijk: snoepwinkel. Vgl. winkel* van Sinkel. • België is een bollenwinkel, de Belg heeft geen vertrouwen meer in zijn intellektuelen. (Vlaanderen. Jaargang 18. 1969) • Herzogs pogingen om de internationale markt te veroveren gaan uit van de (wa...

2025-07-26
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

bollenwinkel

snoepwinkel, (NL) winkel van sinkel De nightshop doet me denken aan de cafés annex bollenwinkel van duizend-en-één producten die ooit in heel Vlaanderen te vinden waren. Mijn oma baatte er lang één uit. (De Tijd) Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 5

2025-07-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bollenwinkel

(de, -s) snoepwinkel. Dat je die pil kunt kopen zoals snoep in de bollenwinkel is tegen de stroom oproeien. - LN, 26-12-2002. <fig.> winkel, zaak. Opvallend toch weer, hoe de SP.A deze gebeurtenis handig aanwendt voor de promotie van de eigen bollenwinkel. - GvA, 24-12-2002. <fig.> amateuristisch gedoe, onoverzichtelijke warboel: ...

Gerelateerde zoekopdrachten