Bokkekop
m. (-pen), 1. kop van een bok. 2. stuurs gezicht: zet toch niet zo'n bokkekop. 3. nors, onaangenaam mens.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-pen), 1. kop van een bok. 2. stuurs gezicht: zet toch niet zo'n bokkekop. 3. nors, onaangenaam mens.
Jozef Verschueren (1930)
('bokkə) m. (-pen) 1. Eig. kop van een bok. 2. Metf. nors, stuurs gezicht : een zetten. 3. Metn. [van 2] nors mens.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-pen), 1. kop van een bok; 2. stuurs gezicht: zet toch niet zo’n bokkekop; 3. nors, onaangenaam mens.
J.H. van Dale (1898)
BOKKEKOP , m. (-pen), kop van een bok; stuursch gezicht: zet toch niet zoo'n bokkekop; — norsch, onaangenaam mensch.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: