Boezemschop
v. (-pen), houten schop met opstaande rand, tot het uithozen van water en slik.
Veerman (1954)
Meestal houten, platte schop met hoog opstaande randen, speciaal geschikt voor het smijten van vloeibare specie, o.a. in gebruik voor het leeghozen van een met vloeibare mest gevulde schuit. Eenvoudigste werktuig om een met bagger gevulde sloot leeg te maken. Oorspronkelijk vermoedelijk het werktuig, dat vóór de toepassing van het sch...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. L.M. Metz (1937)
Een schop met een boezem, een groote bergruimte. Deze boezem wordt gevormd door een hoogen opstaanden houten rand. Een boezemschop wordt gebruikt, om bagger te hoozen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: