Wat is de betekenis van boerennachtegaal?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boerennachtegaal

m. (...galen), 1. (spottend) huismus of kikvors. 2. basterdnachtegaal.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

boerennachtegaal

(19e eeuw) (sch.) kikker. • .... daaruit liet zich nog slechts flaauw het geloei van eene enkele grazende koe of hetgekwaak van den boeren nachtegaal hooren... (W. Vriesaard: Nieuwe schetsen uit den regtszaal en de kerker. 1842) • Boerennachtegaal, de huismusch; in sommige streken ook de kikvorsen, oók Hollandsche of Zeeuwsche nac...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Boerennachtegaal

s., basterdnachtegael, toarnmosk.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

boerennachtegaal

m. boerennachtegaals, boerennachtegalen (mus; kikvors).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

boerennachtegaal

(boerәn'nachtәga:l) m. (...galen, -s) 1. Eig. basterdnachtegaal. 2. Metf. Svot. kikvors, mus.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Boerennachtegaal

m. (-galen), 1. (spottend) huismus of kikvors; 2. basterdnachtegaal.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Boerennachtegaal

BOERENNACHTEGAAL, m. (-s), (spottend) huismusch, (ook, in sommige streken) kikvorsch (ook) basterdnachtegaal.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)