Wat is de betekenis van bobbies?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

bobbies

(1980+) (< Sur.) (straattaal) borsten. Ontleend aan het Surinaams. Ook: bobbetjes. • bob'bie (de, -s), 1. borst van een vrouw. Als meneer [de leraar] niet keek, sprong ze gewoon op en danste op en neer allerlei grimassen makend. () 'Kijk hoe d'r bobbies dansen', zei Maikel dan altijd (Rappa 1981: 53). - 2. Tepel van een vrouw. - Etym.: Vgl....

2025-07-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bobbies

bijnaam, in Engeland gegeven aan politie-agenten. Het woord is afgeleid van de naam van Sir Robert Peel (1788-1850), die het politiewezen reorganiseerde.

Gerelateerde zoekopdrachten