Wat is de betekenis van blussen?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Blussen

(bluste, heeft geblust), 1. (wat brandt) doen ophouden te branden, uitdoven: een brand, een lamp blussen; (flg.) die brand is alweer geblust, die zaak is verholpen; 2. als techn. bewerking; (metalen) koelen: gloeiend ijzer blussen; — kalk blussen, aan kalkoxyde water toevoegen; 3. (fig.) (wat bij vuur of licht kan 'worden vergeleken) d...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

blussen

blussen - Werkwoord 1. (ov) het doven van een brand De brandweer kon met moeite de brand blussen. 2. vloeistof over heet eten doen Tijdens het bakken kun je het vlees blussen met wijn. Woordherkomst Van be- en lessen. Verwante begri...

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

blussen

blussen - regelmatig werkwoord uitspraak: blus-sen 1. zorgen dat het niet meer brandt ♢ de brandweer heeft het vuur geblust Regelmatig werkwoord: blus-sen ik blus jij/u blust ...

2025-07-27
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Blussen

Degene die in de droom een brand blust, kan zich in de waaktoestand ternauwernood uit een hachelijke situatie bevrijden. Reeds in de antieke oudheid geloofde men, dat men iemand grote schade zou berokkenen als men in de droom z’n lamp of lantaren dooft. (Zie ook ‘Brand’, ‘Brandweer’, ‘Lamp’, ‘Lantaren...

2025-07-27
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

blussen

blussen - zie (zijn) brand blussen.

2025-07-27
Technische encyclopedie

Winkler Prins (1975)

BLUSSEN

(Fr.: éteindre; Du.: löschen; Eng.: to extinguish), in het algemeen het doen ophouden van een brand met blusstoffen; in de elektrotechniek het doen doven van de vlamboog die in een vermogensschakelaar ontstaat nadat de contacten van elkaar zijn gegaan. In engere zin is blussen (Eng.: to slake, to slack) het...

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Blussen

s., dwest(g)je, dwêste, domp(j)e; (met water), útdrinzgje; (van kalk), laskje, leskje.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

blussen

bluste, h. geblust (uitdoven inz. door water; ook van gloeiend ijzer enz.: sterk plotseling afkoelen): een brand blussen; kalk blussen; zie geblust en lessen.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

blussen

('blussən) (bluste, heeft geblust) [be + lessen] 1. doen ophouden te branden, uitdoven : een brand -, ook Fig. een zaak verhelpen. Syn. dempen, doven, lessen, smoren, stelpen, stillen, stuiten, uitdoen, uitdraaien. Tgst. → aandraaien. 2. door het begieten met water, het bijtend vermogen ontnemen : kalk -. 3. plotseling afkoelen : gloeie...