Blubber
m., modder.
Marc De Coster (2020-2025)
(begin 20e eeuw) (Ned-Indië, sold.) pap. • Blubber, pap (De kok noemt het: boeboer!). (J.J.M. van Dam: 'Jantje Kaas en zijn jongens,' Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 1942-1948)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
blubber - Zelfstandignaamwoord 1. onderhuids vet van een walvis. 2. zeer natte aarde, modder ♢ Net zo stoer in de blubber als op kunstgras! blubber - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blubberen ♢ Ik blubber 2. geb...
Marc De Coster (2017)
Blubber - pudding, pap. Ook in de Duitse soldatentaal bekend. Blubbertrappers infanterie. Blubber staat hier voor modder. Ned.-Indië. Bobber destijds in Ned.-Indië een scheldwoord voor een ziekenverpleger. Boche (Fr.) Franse scheldnaam voor een Duits soldaat, mof. Van Fr. al-boche, argot voor allemand (Duitser) met de bijgedachte aan caboche, ar...
Muiswerk Educatief (2017)
blubber - zelfstandig naamwoord uitspraak: blub-ber 1. mengsel van water en aarde ♢ ik zakte tot mijn enkels in de blubber Zelfstandig naamwoord: blub-ber de blubber Synoniemen modder
Marc de Coster (1998)
1. in de - zitten,in moeilijkheden, in een onaangename positie verkeren. Blubberis een populaire benaming voor ‘modder, drek’. Informele uitdr. 2. zich de - lachen/schrikken/werken enz.,heel hard lachen, schrikken, werken enz. Informeel. ’k Schrok me de blubber! (Willem van Iependaal: Lord Zeepsop, 1937) Ik werk me dag-in-dag-uit de blubber... (J...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I 1 walvisspek; 2 zeenetel; 3 gegrien, gehuil; II grienen, huilen; III door huilen doen zwellen; IV. dik .
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: