Wat is de betekenis van blootbajonet?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

blootbajonet

(1967) (< Sur.) poedelnaakt. • (J. van Donselaar: Woordenboek van het Surinaams-Nederlands. 1989) • (Renata de Bies: Prisma Woordenboek Surinaams Nederlands. 2009)

2025-07-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

blootbajonet

bn., bw., (piemel)naakt. Poko had zijn zwembroek niet meegenomen en sprong onder grote hilariteit blootbajonet in het water (Dobru 1967: 13).

Gerelateerde zoekopdrachten