Bloemzoet
bn., 1. bijzonder lief en vriendelijk (doorgaans met de bijgedachte van niet te vertrouwen): een bloemzoet gezicht zetten; een bloemzoet mannetje; 2. (gew.) een weinig scheel ziende.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn., 1. bijzonder lief en vriendelijk (doorgaans met de bijgedachte van niet te vertrouwen): een bloemzoet gezicht zetten; een bloemzoet mannetje; 2. (gew.) een weinig scheel ziende.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (bijzonder lief, vriendelijk met de bijgedachte aan veinzerij): een bloemzoet gezicht; bloemzoet kijken; gew. ietwat scheel.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Bloemzoet - naam, welken men vroeger wel aan zoete appels gaf. De appel Herfst-Bloemzoet komt nog wel voor.
Jozef Verschueren (1930)
('bloem) bn. en bw. [bloem, bloemmeel] zeer lief doch niet al te zeer te vertrouwen ; een gezicht zetten.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., bijzonder lief en vriendelijk (doorgaans met de bijgedachte van niet te vertrouwen): een bloemzoet gezicht zetten; een bloemzoet mannetje; onnozel lief: bloemzoet romantisme.
J.H. van Dale (1898)
BLOEMZOET, bw. bijzonder iief en vriendelijk (doorgaans met de bijgedachte van niet te vertrouwen); een bloemzoet gezicht zetten; een bloemzoet mannetje; — (gew.) een weinig scheel ziende.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: